Engeland-Wales (1990)

ENGELAND / WALES (Juni/Juli 1990)

In juni 1990 zijn we met de ouders van Marjanne voor een kampeervakantie van ruim drie weken naar Engeland getrokken. Het was de eerste keer dat we samen gingen kamperen met twee tenten. In de drie opvolgende jaren zijn we elke zomer enkele weken met vieren met de tenten op pad gegaan.

Op de avond dat Nederland door Duitsland wordt verslagen tijdens een WK-voetbalwedstrijd trekken we op weg naar Vlissingen om ons te laten overvaren met de OLAU-lijn naar Sheerness. Deze overtocht duurt ruim 6 uur en de bedoeling is dat we 's avonds rond 21:00 uur aanwezig zijn zodat de boot rond 22:30 uur kan vertrekken. We eten wat in de haven van Vlissingen en gaan aan boord. We kijken uiteraard naar het voetballen, samen met een groot aantal Duitse vrachtwagenchauffeurs. Nadat ons aller Rijkaard de heer Völler in een opwelling nodeloos voorzien heeft van wat overtollig mondvocht in zijn nek bergen we voorzichtig ons oranje sjaaltje op en gaan we stilletjes naar een andere ruimte. We beproeven ons geluk in het casino maar ook daar loopt het niet goed af. De OLAU is een prima overtocht en het is jammer dat hij niet meer bestaat. De volgende morgen gaan we al vroeg aan land en dit wordt Rinus' zijn eerste echte ervaring met langdurig linksrijden. Het valt alles mee en na een paar kilometer ben je eraan gewend. De vele rotondes helpen je daarbij een handje. Gaat het fout dan kun je altijd bij de volgende rotonde weer omdraaien.

GBBrockOnze bedoeling is de eerste dag New Forest te bereiken. Dit ligt net achter Southampton en dit is qua afstand goed te doen vanaf Sheerness. Toch nog wat onwennig in het verkeer komen we veilig aan op de camping "Holland Wood" in de nabijheid van Brockenhurst. Deze camping ligt midden in 'New Forest', een uitgestrekt loofbos dat destijds is gemaakt als productiebos voor de Engelse vloot. Het typerende van New Forest is het feit dat er veel dieren -vooral pony's- loslopen op de camping, maar ook door de straten van de dorpen en stadjes. De camping is goed verzorgd en erg groot. We zetten de tenten, een pyramidetent en een klein trekkerstentje, op aan de rand van het bos met uitkijk op een open grasveld. De campingleiding, die in handen is van de Forrestry Commission, geeft aan dat je geen etenswaar los in de tent moet laten slingeren. De dieren komen hierop af. Dit hebben we in de praktijk meegemaakt. Op een avond is in één van de tenten een pak koekjes op de koelbox blijven staan en de volgende ochtend vroeg steekt een pony haar hoofd onder de ritssluiting van de tent, opent de tent en begint half in de voortent staand op haar gemak de koekjes op te peuzelen, met op de achtergrond haar veulen. Een bijzondere hilarische ervaring is dit. Het is eigenlijk nog voorjaar en je ziet daarom enorm veel veulens naast de moederpony's.Het dorpje Brockenhurst is een typisch liefelijk Zuid-Engels stadje waar de bewoners hun tuinen niet afscheiden om een stukje privacy voor zichzelf te hebben, maar vooral om de beesten buiten te houden. Het dorp kent een groot aantal vakwerkhuisjes.

Enkele maanden eerder is Engeland getroffen geweest door een enorme storm, waarvan er in de bossen nogal wat sporen zijn achtergebleven. Veel ontwortelde en omgewaaide bomen tref je hier aan.We maken een uitgebreide boswandeling die is uitgezet door de Forrestry Commission. Doordat de storm het pad haast onbegaanbaar heeft gemaakt heeft de Forrestry Commission overal omleidingsroutes aangegeven. Ik zie dat Staatsbosbeheer in Nederland nog niet doen. Een ander typisch iets is de aanwezigheid van relatief nette toiletgebouwtjes op de startplaats van de wandelroutes. We zijn zo eigenwijs om zoveel mogelijk het originele pad te volgen, waardoor we nogal eens over en onder omgewaaide bomen moeten klauteren. Onderweg komen we reeën tegen en uiteraard een aantal loslopende pony"s. Vaak wandelen de pony's in kuddeverband over de weg en blokkeren de doorgang voor de gemotoriseerde weggebruiker.

Vanuit Brockenhurst hebben we een excursie gemaakt naar Stonehenge, hetgeen zo'n 80-90 kilometer noordwestelijk ligt in de buurt van Amesbury.

GBStoneh

Stonehenge is tussen de drieënhalf en vierduizend jaar oud en is toch erg indrukwekkend, zeker wanneer je bedenkt dat dit door mensenhanden is opgetrokken.Opnieuw maken we in een ander deel van het New Forest een boswandeling door een oud bos. Typerend is de netheid van de bossen, daarmee bedoeld het ontbreken van zwerfvuil en de grote zorg die de Forrestry Commission besteedt aan het onderhoud van de wandelpaden.

We gaan op bezoek naar het plaatsje Beaulieu, een Franse naam maar uitgesproken al : 'bjoelie'. In Beaulieu is een National Motor Museum gevestigd. Rinus is hier enkele jaren eerder ook al eens geweest. Dit is van Lord Montagu, die naast dit museum een uitgestrekt landgoed bezit met een abdijruïne, een prachtig landhuis uit 1538: het 'Palace House' en allerlei activiteiten voor kinderen, waarmee het een attractiepark is voor het gehele gezin. Vooral de imposante collectie antieke sport- en racewagens met unieke exemplaren zoals een De Lorean en het snelheidsmonster de "Baps" doen menig klassieke autoliefhebber het hart sneller kloppen.

Na ons verblijf in the New Forest breken we de tent op en gaan we op weg naar Cornwall, het plaatsje Padstow. Onderweg trekken we door Dartmoor National Parc. Een prachtig moerassig heidegebied. We komen door Two Bridges, waar natuurstenen bruggetjes de riviertjes kruisen. Een mooie route voert ons naar de camping in de buurt van Padstow. De eenvoudige camping ligt direct aan de noordkust van Cornwall en is erg ruim en heuvelachtig. Vanaf de camping heb je uitzicht over de zee en wanneer je van de camping afloopt kom je op een strandje. 's Avonds gaan we uit eten in het gezellige vissersplaatsje Padstow, met een mooie jacht- en vissershaven. Over het weer hebben we over het algemeen niet te klagen; de meeste dagen brengen ons zon.

GBPostOp een toch wat regenachtige dag besluiten we een autotochtje te maken richting Land's End. We rijden langs de noordkant van het westelijk schiereiland West Penwith van Cornwall naar St. Agnes waar we scones en thee tot ons nemen. Tot onze verbazing is de uitbaatster van het restaurantje een Nederlandse vrouw, die met een Engelsman is gehuwd. In de achtergrond op de rotsen zie je de schoorstenen van de voormalige tinmijnen.Verderop komen we ook in St. Ives, het stadje bekend om de aanwezigheid van kunstenaars. Er is een mooi zandstrand en steile oude straatjes, maar door het slechte weer is er niemand te vinden. We gaan niet naar Land's End,. Dat is een kermis volgens de ouders van Marjanne die een jaar eerder daar wel zijn geweest. We steken het schiereiland over en zien vanuit de heuvels St. Michael's Mount in zee liggen en zeker in de verte heeft het enige gelijkenis met Le Mont St.-Michel in Frankrijk. Historisch blijken beide kusteilandjes ook nog met elkaar verbonden te zijn.

GBTintEen dag later gaan we de andere kant op, naar het kasteel waar naar Cornishe overlevering King Arthur is geboren: Tintagel. Het is een indrukwekkende ruïne op twee rotsen waartussen een diepe kloof ligt. De steile rotsen inclusief de grot van Merlin en de ruïne geven het gebied een ruig, maar mooi aangezicht.Het plaatsje Tintagel is niet zo bijzonder, behalve dan het oude postkantoortje met het leien dak uit de 14e eeuw.

We rijden 's avonds door de Bodmin Moor. In één van de meren is het zwaard van Koning Arthur: Excalibur verdwenen. We brengen een bezoek aan de Jamaica Inn, midden in de Bodmin Moor. Een grote pub, waar dag in dag uit de grote open haard brandt en waar beroemde schrijvers zich hebben laten inspireren tot beroemde boeken, waaronder Daphne Du Maurier. Zij heeft een boek naar deze Inn vernoemd. De Bodmin Moor is een uitgestrekt laaggelegen moeraslandschap, met prachtige wolkenpartijen.

Na Cornwall besluiten we naar Somerset te gaan, naar Glastonbury. Onderweg komen we door het prachtige Exmoor-gebied met veel bossen.

GBTorIn Glastonbury aangekomen nemen we onze intrek op een camping tegen de heuvel waarop de Tor, een holle toren is gevestigd. De camping is eenvoudig, maar biedt een prachtig uitzicht op het dal van Avalon. Volgens de overlevering zou King Arthur in Glastonbury zijn begraven. Er zijn nog grote ruïnes in een prachtig graslandschap van een klooster en een kathedraal. In het verleden is Glastonbury een belangrijke bedevaartsplaats geweest, maar door de reformatie zijn de kerkelijke gebouwen grotendeels gesloopt en in verval geraakt. Je hebt nog wel een goede indruk hoe groot deze gebouwen zijn geweest. Tegenwoordig is Glastonbury nog steeds een pelgrimsoord, maar dan voor jongelui die jaarlijks op bezoek komen op één van de grootste popfestivals van Engeland.We beklimmen de heuvel tot aan de voet van de Tor, waarvandaan je een nog mooier uitzicht hebt over de omgeving. De volgende dag gaan we naar het nabijgelegen Cheddar. In de buurt van Cheddar, beroemd van de hoge kazen en de 'man van Cheddar' is een kloof in het gebergte, een gorge met loodrechte wanden. Erg indrukwekkend is dit alles.

Glastonbury is maar een tussenstap. De volgende dag vertrekken we met slecht weer naar Wales, en wel naar het National Parc Snowdonia in het noorden van Wales. We rijden over de Severn road bridge nabij Bristol en gaan noordwaarts dwars door Wales. Het midden van Wales oogt, zeker met dit natte weer, niet aantrekkelijk. Armoedige grijszwarte huizen in oude mijnwerkersdorpjes en stadjes kom je tegen, maar hoe noordelijker je komt hoe mooier de omgeving weer wordt. De Snowdon, midden in het National Parc is na de Schotse Hooglanden het hoogste middelberggebied van het Verenigd Koninkrijk. We maken kwartier in een moderne goede camping in Beddgelert aan de voet van deze machtige berg. De volgende dag gaan we de omgeving bekijken en komen in het Eduardiaanse kasteel van Caernarfon met zeskantige torens. Caernarfon is een toeristenstad en -haven en gezellig druk. Het kasteel is een bezoek waard, al was het alleen al vanwege de afmetingen en het feit dat de Prince Of Wales hier wordt geïnstalleerd. Ook gaan we naar het plaatsje met de langste naam ter wereld in Gaelic,

GBbord

ANFAIRPWLLGWYNGYLLGOGERYCHWYRNDROBWLLLLANTYSILIOGOGOGOCH, vertaald in het Engels: "Church Mary a hollow white hazel near to the rapid whirlpool church saints cave red"

Het National Parc is werkelijk een prachtige omgeving en zeer geliefd bij hengelaars, bergwandelaars en natuurliefhebbers.We besluiten een stuk de Snowdon op te klimmen. Onderweg kom je prachtige meertjes op hoogte tegen, maar aangekomen op een hoogte van zo'n 600 meter houden we het voor gezien. De berg gaat nu te steil omhoog en onze conditie laat het niet toe verder te gaan. We keren dus langs dezelfde weg terug en rijden naar de andere kant van de berg waar we met een 100 jaar oud stoomtreintje ons naar de top laten brengen. Een leuke rammelende ervaring, waarbij het treintje halverwege (bij Halfway) moet stoppen om water bij te vullen. Op de top zien we niets. Het is er mistig en koud en na een half uur zitten we weer in het treintje richting dal. We bezoeken in de buurt van ons plaatsje de volgende dag een kopermijn. We laten ons een stuk afzakken en zien de blauw/groene wanden van de mijn. In de mijn zijn poppen geplaatst om te laten zien hoe de mijnwerker destijds hun arbeid moesten verrichten. We hebben hierbij een helm op en dat is niet voor niets. Zonder deze helm hadden we zeker een groot aantal builen op ons hoofd opgelopen.Het is zondag en het valt ons al op dat de mensen hier erg gelovig zijn. De pubs zijn dicht, behoudens de pubs in de hotels. Tegen de avond komen we in het leuke toeristenplaatsje Betws-Y-Coed, bekend om zijn truien, en gaan naar een lokale supermarkt annex slijter om daar een fles whisky te kopen. De verkoper legt uit dat men tot zes uur 's avonds geen alcohol verkoopt. Het is op dat moment tien voor zes. We vragen de man tot hoe laat hij open is en hij antwoordt doodleuk: tot zes uur. Geen whisky dus. In het restaurant waar we 's avonds eten wordt ook al geen wijn of alcohol geschonken en zelfs de witte-wijnsaus kent in het gerecht een vervanger.

We vertrekken uit Wales en gaan naar London. Over de snelwegen zijn we binnen een paar uur aan de noordkant van London, waar we onze tenten opslaan op een eenvoudige camping in een buitenstadje. Met de trein en metro gaan we de volgende dag naar London, waar we ons laten rondrijden met een halfopen dubbeldekker, langs alle bezienswaardigheden. Het is inmiddels prachtig weer. 's Avonds gaan we eten in een Grieks-Turks restaurant in een naburig stadje en laten ons daar met een taxi heen brengen. De eigenaar, een Turk, raakt met ons in gesprek en vergeet al zijn andere gasten. Ver na twee uur 's nachts regelt hij een taxi en laat ons naar de camping brengen. Tijdens de rit komen we er achter dat Rinus zijn camera in het restaurant heeft laten liggen. Geen nood, de taxichauffeur regelt ter plekke dat we de volgende dag het toestel kunnen oppikken in het restaurant. Nadat dit de volgende dag gebeurd is maken we ons op voor de terugreis naar Nederland vanaf Sheerness. We rijden via de M25 richting zuiden en zijn 's avonds aan boord. De gehele nacht feesten we aan boord, vanwege de verjaardag van Diny, de moeder van Marjanne. Er speelt een band en daarna is de disco nog open. We zien onze hut nauwelijks. De volgende morgen is het dan ook wat stilletjes tijdens de autorit van ruim 130 km van Vlissingen naar huis.




Reizensite Marjanne & Rinus Krijnen

Dongen

Alle rechten voorbehouden