Schotland & Lake District (1991)

MIDDEN SCHOTLAND Juni 1991

SchotCpKamperen met de tent in Schotland is goed te doen. Na een eerste ervaring in juli 1989 besluiten we dit nog eens over te doen. Met de ouders van Marjanne vertrekken we in één auto, een oude Volvo 244, met een enorme lading op het dak. Uit economische overwegingen, namelijk een extra dure overtocht, en ook het ongemak onderweg, is niet voor een aanhangwagen gekozen.

Op 6 juni 1991 schepen we ons in Rotterdam in op de veerboot van The Northsea Ferries naar Hull. De eerste keer dat we naar Schotland gingen was deze overtocht ook erg goed bevallen. We hebben twee hutten, waarvan één met een raampje en een binnenhut. De overtocht verloopt voorspoedig en de volgende dag rijden we via de A68 naar Schotland. Onderweg stappen we uit in het mooie noord-Engelse plaatsje Richmond, waar we de vorige reis ook doorheen zijn gekomen. Onderweg komen we prachtige kastelen en landhuizen tegen en in de loop van de middag arriveren we in Edinburgh. We kamperen op de camping "Little France", een goede camping in het zuidoosten van de stad, waarop we ook twee jaar eerder onze tent hadden opgeslagen. We hebben twee pyramidetenten bij ons, die we met de koppen naar elkaar toe opzetten met een zeiltje tussen de twee tenten.

Het is prachtig weer en het is er niet druk op de camping. De volgende dag gaan we de stad Edinburgh bezoeken; een prachtige stad waar we naar "The Whisky Heritage" gaan (zie het verslag van 1989) en in de panoramatoren hier schuin tegenover. Van hieruit kun je over de stad uitkijken en zie je de bruggen over de Firth of Forth. Tevens bezoeken we de winkelstraten en het half-ondergrondse nieuwe winkelcentrum Waverly. Tussen de oude en nieuwe stad ligt een park. Dit is vroeger een meertje geweest, maar drooggelegd. Bij de ingang van dit park is een mooi versierde klok van echte bloemen gemaakt. Het park is zeer goed onderhouden, met neo-classicistische museumgebouwen aan de rand. We ontmoeten in een pub een aantal Schotten en raken in gesprek. Wij willen ze een biertje offreren, maar beleefd slaan ze het af, omdat ze ons geen biertje terug kunnen geven. Ze zijn namelijk op de hoogte van het feit dat we over een half uur een restaurant hebben besproken. Hoezo zijn de Schotten gierig? Na een voorteffelijk maal waarbij Marjanne haar vingers bijna opat bij het eten van wilde eend met sinaasappelsaus in het restaurant "Jackson's" aan "The Royal Mile", gaan we weer terug naar de camping in zo'n gezellige zwarte rammelende taxi.

SchotBgOp 9 juni is het weer niet al te best en besluiten we een rondritje ten oosten van Edinburgh te maken langs de kust. We rijden eerst naar de uitmonding van de Firth of Forth van Musselburgh naar North-Barwick waarna we de noordzeekust volgen via Dunbar tot Eyemouth. De rijkdom die afstraalt van de panden in Edinburgh vind je hier totaal niet. Het is hier ook niet zo toeristisch. Het ziet er allemaal een beetje somber uit, maar dat kan ook wel aan het weer liggen. Vanaf Eyemouth gaan we landinwaarts door de Lammermuir Hills door plaatsjes met namen als Cranshaw en Gifford terug naar Edinburgh. Inmiddels is het weer opgetrokken en de bloeiende bremstruiken in de rivierdalletjes steken mooi af tegen de glooiende heuvels met heide en productiebossen. Mooie natuur en veel rust in deze omgeving.

Van Edinburgh vertrekken we de volgende dag naar het noorden. De eindbestemming wordt Grantown-on-Spey. We steken de tolbrug over de Firth of Forth over en hebben een prachtig uitzicht op de beroemde oude spoorbrug.

Onderweg komen we door een dunbevolkt bergachtig gebied met wildstromende rivieren en veel hei. We komen ook langs Balmoral-castle, het zomerverblijf van de britse vorstin. In Grantown-On-Spey slaan we onze tenten op met uitzicht op de nog witte toppen van het middelgebergte 'Cairngorm Mountains'. Het is een verzorgde ruime camping aan de rand van het stadje. Grantown-On-Spey is eigenlijk niet meer dan een mooie brede straat met enkele pubs en winkels. De Spey is vooral bekend om zijn whiskies en 'The Whisky Trail' Allerlei plaatsjes herinneren in deze buurt aan Whiskymerken: Aberlour, Rothes en Balvenie. De volgende dag bezoeken we het gebergte achter het wintersportcentrum Aviemore en gaan met een skilift naar ongeveer 1000 meter hoogte. Hier sneeuwt het (in juni) en Marjanne en Diny -de moeder van Marjanne- kopen hier ski-jacks tegen de kou. De temperatuur is slechts 2 graden Celcius! Na dit uitje, waarbij je uitzicht hebt op het watersportcentrum Loch Morlich, gaan we weer snel naar beneden om ons met een lekkere Whisky op te warmen in het dal. 's Avonds is het zonnig en maken we een rondritje in het lege heide en waterrijke gebied ten noorden van Grantown-On-Spey, waar door de lage zon met lange schaduwen alle gebouwen, bomen en bergen een warme gloed krijgen. Dit is erg rustgevend en het oogt erg wijds.

Op 12 juni besluiten we een rondrit te gaan maken rond Loch Ness. We rijden eerst naar Inverness en gaan via de noordkant naar Fort Augustus. Onderweg leggen we aan bij het bezoekerscentrum van Loch Ness in Drumnadrochit. Een interessante tentoonstelling van de speurtochten naar het monster. Buiten staat een soort plastic namaakmonster in een vijver en de bussen met Japanners komen niet verder dan deze vijver; zij schieten hun rolletje vol met afbeeldingen van dit nepbeest en vertrekken weer. Een ander interessante pleisterplaats is Urquhart-castle. Deze ruïne geeft een mooi uitzicht over het loch en kent een bewogen geschiedenis. Via een single-track-road met passingplaces gaan we langs de zuidkant weer terug naar onze basis. Loch Ness is wel het beroemdste meer van Schotland, maar zeker niet het mooiste. Het is wel erg diep (>200 meter) en heeft een vlakke bodem en daarmee voor onderzoekers een interessant geologisch object.

Je kunt uiteraard niet naar de Spey-vallei gaan zonder een whiskystokerij te bezoeken. We hebben gekozen voor "Glenfiddich". Deze grootste Schotse single-maltwhiskydistilleerderij heeft een prachtig bezoekerscentrum en een leuke rondleiding. Vooral het klankbeeld waarop de gasten worden getracteerd bij dit bezoek is erg indrukwekkend. Uiteraard krijg je een glaasje whisky aangeboden na de rondleiding en kun je whisky kopen. Whisky is echter in Schotland duurder dan bij ons, dus daar moet je maar niet aan beginnen. Onderweg terug naar de camping komen we een aantal landgoederen tegen, waarvan alleen de huizen aan de poorten al minikastelen zijn in de sfeer van het Doornroosjekasteel uit de Efteling. Ook komen we nog langs de in 1958 opgetrokken Tormore Distillery die model heeft gestaan voor het miniatuurvoorbeeld in "The Whisky Heritage".

EileanDoWe breken de volgende dag op in een klein uur en vertrekken vanuit de Grampians naar het eiland Skye. Het is een erg mooie route langs Loch Laggan (met zandstranden) en Loch Lochy. In Invergarry lunchen we en gaan vervolgens opweg naar Kyle of Lochalsh. De al eerder gereden prachtige route langs de 'Five Sisters' en het wereldberoemde -op elke foto van Schotland afgebeelde- kasteel "Eilean Donan" blijft adembenemend.

In Kyle of Lochalsh moeten we met de veerpont naar Skye. Skye is prachtig, ruig, maar heeft in de regel niet zo'n beste reputatie wat het weer betreft. Het regent er vaak en het is er ook vaak mistig. Op Skye kamperen we op dezelfde camping bij Portree waar we twee jaar eerder ook gekampeerd hebben. Een eenvoudige camping waarbij de campingbaas 's morgens vroeg aanklopt om het campinggeld te collecteren. Portree is een levendig stadje met kleurige huisjes in de haven. Veel vissershavens hebben rondom de aanmeerplaatsen gekleurde huizen om de schippers bij de terugkeer ook bij slecht zicht naar de juiste haven te leiden. Het oogt erg vrolijk.Ondanks dat er maar weinig mensen wonen heb je het idee dat het een flinke plaats is. Er is altijd wat te doen: livemuziek in de pubs of lopende pipes-en drumsgezelschappen door de straten. Op die avond hebben wij met kennissen vooraf in Nederland afgesproken om op 20:30 uur het Rosedalehotel elkaar te ontmoeten. Deze kennissen maken net als wij met vieren een rondreis door Schotland, maar doen dat met een B&B (Bed & Breakfast) arrangement. Inderdaad vinden we elkaar en 's avonds gaan we samen uit, naar een hotel waar een zanger en trekharmonicaspeler optreden, beiden gekleed in een traditionele kilt. Daar hebben we veel plezier, ook met enkele lokale bezoekers die nauwelijks Engels maar uitsluitend Gaelic spreken. Na deze gezellige avond scheiden onze wegen.De volgende dag is het tijd om orde op zaken te stellen. We slapen wat uit en gaan we op zoek naar een wasserette om onze kleding te wassen en een garage om een nieuwe band voor de auto te kopen. Deze vissersplaatsjes kennen wasserettes om de bezoekers met de plezierjachten in staat te stellen hun kleren weer op orde te brengen. 's Avonds gaan we op pad en wel naar het noorden, het schiereiland 'Trotternish' en ontdekken dat het hier ruig en erg rustig is. Steile kliffen en rotseilandjes net buiten de kust accentueren de ruigheid van het gebied. We volgen de rondweg langs de zee, hier 'Little Minch' genoemd tot aan Staffin, waar we besluiten via een bergweg naar Uig te rijden. Het weggetje is smal en voert ons tot een hoogte van ongeveer 500 meter met wijdse uitzichten. Doordat Skye flink noordelijk ligt kun je in juni tot zeker na elven nog genieten van het daglicht. In Uig vertrekken de veerboten o.a. naar het buiten-hebride eiland Lewis. Op de terugweg zien we nog enkele herten.De volgende dag gaan we met de auto naar het westen, naar Dunvegan Castle. We bezoeken het kasteel, met veel overblijfselen van het geslacht MacLeod, waarvan het kasteel nog eigendom is. Rondom het kasteel hebben we in de tuinen ook nog wat rondgewandeld. We maken ook een tocht langs de bijna 1000 meter hoge Cuillin Hils die je vanaf het gehele eiland kan zien liggen. Deze bergen rijzen uit zee op en zijn erg indrukwekkend. Het is mogelijk met een bootje het fjord Loch na cuilce in te varen waar je tussen deze knoepers terecht komt. Door de ruwe zee en het bewolkte weer besluiten we dit niet te doen Onderweg komen we nog een zeer grote kudde schapen met zwarte koppen tegen (black-faces) die de weg volkomen versperren. Een herder en slechts één hond houden de honderden schapen bij elkaar.

We nemen afscheid van Skye en gaan via de pont van Ardvassi naar het vaste land: 'Mallaig'. Deze overtocht is erg ludiek, want het in- en uitschepen gaat zeer omslachtig. Je rijdt met de auto dwars de boot op. Met een lift ga je naar het ruim. Met behulp van een draaiplateau draait de auto een kwartslag, waarna je deze achteruit de veerboot inrijdt .Het uitschepen gebeurt in op de tegengestelde wijze. Overtochten zijn duur. We betalen zo'n 100 gulden om over te steken. In Mallaig hebben ze nog een antiek stuk spoorrails en een authentieke stoomtrein. Dit gebied in South Morrar is blijkbaar populair bij toeristen want er zijn veel campings. Langs de kust gaan we zuidwaarts in een prachtige omgeving. Onderweg hebben we nog getankt bij een benzinepomp annex kroeg, waarbij je zelf moet onthouden hoeveel je hebt getankt. De eigenaar kan onmogelijk van binnenuit zien wat er aan de pomp gebeurt. We doorkruisen vis de A884 het schiereiland Morven en steken in Lochaline 'The sound of Mull' over naar het eiland Mull. We besluiten te gaan kamperen in het plaatsje Craignure aan de oostkant van het eiland. Hier heb je een prachtig uitzicht over Loch Linnhe met op de achtergrond het stadje Oban en de Ben Nevis, de hoogste berg van het Verenigd Koninkijk. We zetten de tent op en beter weer kondigt zich aan. Bij het ochtendgloren toont Schotland zich op zijn best.Het is zonnig weer en een temperatuur van boven de twintig graden. We gaan naar het schilderachtige kleurrijke haven- en tevens hoofdstadje Tobermory en ontmoeten daar toeristen die in Nederland nog geen 10 km van ons vandaan wonen. De haven van Tobermory is erg populair bij pleziervaarders en de haven ligt dan ook vol met zeil- en motorbootjes. We eten in een rose-gekleurd hotel aan de haven. De hotelier is erg gastvrij en vindt het blijkbaar zielig dat we in een tent op de camping zitten. Hij biedt ons aan om bij slecht weer terug te keren en in de lounge gebruik te maken van de gezelschapsspelen, de koffie en de televisie. Op Mull zien we ook voor het eerste de echte Highlandkoeien met hun ruige vacht, brede koppen en roodbruine kleur.

SchTob

We rijden van Tobermory langs de buitenkant van het eiland westwaarts en zien het eiland Ulva liggen. De kust van Schotland is aan de westkant erg grillig en er zijn een groot aantal kleine en heel kleine eilandjes net buiten de kust. Onderweg stappen we nog uit bij een flinke waterval, die we nog beklimmen. 's Avonds is er een prachtige zonsondergang met een dieprode schemering. De volgende dag besluiten we naar de eilanden Iona en Staffa te gaan. Midden op het eiland staat de Ben More, met bijna 1000 meter hoog veruit de hoogste berg op het eiland. Hoe verder je naar de kust gaat hoe lager de bergen worden. Mull is minder ruig dan Skye en eerder liefelijk. We vertrekken met de auto zuidwestelijk langs de Ben More naar het schiereiland Ross of Mull. In Fionnport stappen we over in een bootje wat ons naar Staffa en later Iona brengt. Staffa is een geologisch wonder. Door snelle afkoeling is in de ijstijd het gesteente zodanig gevormd dat het zeshoekige zuiltjes zijn geworden. Het gehele eiland bestaat uit deze zeshoekige rechte zuiltjes. Het eiland is een kleine 50 meter hoog en je kunt er bovenop klauteren. Rondom het eiland kun je zeehonden zien zwemmen en wanneer je geluk hebt soms ook dolfijnen. Het eiland heeft een beroemde grot 'Fingal's Cave'. Het oogt als een soort gotische basiliekkerk van binnen. Beroemd is de grot vooral geworden door Mendelssohn's gelijknamige compositie, geïnspireerd door dit natuurwonder. Het is werkelijk indrukwekkend en erg de moeite van het bezoeken waard. Op de achtergrond van deze pagina hoor je een fragment uit deze ouverture.

SchFCNa het bezoek aan Staffa gaan we over een zonovergoten zee naar het serene eiland Iona, waar de Schotse koningen zijn begraven. Het is een mooi, rustig eiland, voorzien van witte huisjes en kloosterruïnes, waar we wat gaan eten en rondwandelen. Na dit bezoek nemen we de veerboot terug naar Mull, alwaar we met de auto linksom langs de kust weer terugkeren naar de camping.

Op 22 juni vertrekken we vanuit Mull weer terug naar het vasteland. We komen aan in het drukke stadje Oban, een knooppunt van waaruit alle hebride-eilanden met veerboten kunnen worden bereikt. We trekken zuidwaarts langs Loch Lomond waar we voor het eerst te maken krijgen met een file. Er staat een Schotse agent op de kruising die elke tegemoetkomende automobilist met een welgemeend, in een zwaar Schots accent, gegeven reisadvies naar links of rechts stuurt. Deze file ontstaat doordat er een popconcert is georganiseerd in de buurt van Glasgow. We arriveren in de Dumfries & Galloway waar glooiende groene heuvels afwisselen met schijnbaar geïsoleerde dorpjes. In het stille dorpje Powfoot kamperen we voor éénn nacht op een caravancamping aan de Solway Firth. Onze volgende bestemming is Cumbria, ofwel het Lake-district in noord-Engeland. We verlaten Schotland en passeren daarbij Gretna Green, het dorpje waar mensen onaangekondigd kunnen trouwen, en wat is uitgegroeid tot een toeristische attractie. In Schotland kent men eigen geld,de Schotse ponden zijn weliswaar gelijk aan de Engelse variant, maar alleen inwisselbaar in Schotland en het topje van Noord-Engeland.

LAKE-DISTRICT juni 1991

Via Penrith komen we langs de noordkant met de auto het Lake-District binnen. De noordkant met het meer Ullswater is erg heuvelachtig en groen. We zakken af, rijden rond het lake Windermere en komen aan in de plaats met dezelfde naam. Daar slaan we onze tenten op op een mooie camping aan de rand van het stadje. Opvallend is het toeristische karakter van het stadje. Je moet er betaald parkeren, overal zijn er souvenierwinkeltjes en het is er erg druk. Het stadje kent veel vakwerkhuisjes met leien daken en doet soms een beetje Duits-Frans aan. De huisjes zijn wit en de houten schoren vaak zwart. Grappig is dat het gehele rioleringsstelsel vaak aan de buitenkant van de oude huisjes is bevestigd en geschilderd in hetzelfde zwart. De plaatsjes in het Lake District ademen een sfeer uit van het fin-de-siècle van de 19e eeuw. Veel Gregoriaanse en Victoriaanse landhuizen, houten boten en aanlegsteigers sieren de randen van het meer.We bezoeken het historische, witte dorpje Hawkshead waar alle huizen zijn behangen met hanging baskets. Het dorpje is in beheer bij de National Trust.

SchHHHet is hier een inspirerende omgeving: de beroemde Beatrix Potter illustreerde heer haar kinderboeken en er zijn vele tea-rooms en gallerijen. Het 15e eeuwse kerkje in een semi-nonchalant maar uiterst geraffineerd parklandschap, is ook een bezoek waard. Op de haast middeleeuws-aandoende grammarschool achter de kerk heeft de beroemde dichter Wordsworth op school gezeten en dit gebouw en het huis waar hij verbleef behoren ook tot de inventaris van het dorp. Kenmerkend van de streek is het heuvelachtige graslandschap met plukjes struiken en bomen, omgeven door stenen stapelmuurtjes. In het noorden is het veel bergachtiger. We bezoeken in de buurt van Keswick een grote steencirkel tussen de bergen. Ook bezoeken we een landgoedmuseum dat tot 1944 onafgebroken bezit is geweest van één geslacht en in geen tweehonderd jaar enige wijziging heeft ondergaan.

De camping heeft een eigen pub en ons verblijf in Windermere staat vooral in het teken van uitrusten. We hebben redelijk weer en brengen de dagen rustig door met gezelschapsspelen en lezen. Op een dag gaan we met een rondvaartboot het Windermere op. Het is een bijzondere dag want de boot blijkt uitgerekend op deze dag 100 jaar in de vaart te zijn. Het weer is niet zo best, onweer dreigt, en wij duiken in de buik van het schip. We doen ons tegoed aan de herinneringen aan Schotland: de whisky.

De vakantie zit er bijna op en we moeten weer terug naar de boot in Hull. We rijden door de armoedige streek The Yorkshire Dales en komen tijdig aan om ons te laten inschepen. De volgende dag zijn we weer thuis met uitsluitend fijne herinneringen aan een onvergetelijke vakantie.




Reizensite Marjanne & Rinus Krijnen

Dongen

Alle rechten voorbehouden