Ierland (2001)
Zuidoost Ierland (4-9 Maart 2001)
In maart 2001 zijn we twaalf dagen naar Ierland geweest, waarvan 6 in Dublin en de overige 6 verdeeld over Wicklow en Kilkenny. Onderstaand treft u het reisverslag aan van de zes dagen in zuidoost Ierland.
Wicklow (4-6 maart)
Na drie dagen met prachtig, maar fris weer in Dublin komen we aan op het vliegveld waar we ons melden bij "Hertz" om de auto op te halen. Ook vandaag is het weer wolkeloos. De administratieve afwikkeling verloopt vlot en we krijgen een zo goed als nieuwe zilvergrijze Opel Astra mee. De Opel's heten hier gewoon Opel en niet Vauxhall zoals in Engeland. Het stuur zit echter wel rechts. Dat is even wennen. Weliswaar heb ik al meer dan 10.000 km links gereden, maar altijd met mijn eigen auto, waarvan het stuur links zit. Eigenlijk zijn er maar twee dingen waaraan je moet wennen: het volume van de auto zit links van je en -nog erger- je schakelt met je linkerhand. Menig keer is de auto van zijn één naar zijn vier gegaan voordat ik dit onder de knie had. Ook met het inschatten van de breedte moet je je niet laten verleiden te veel naar links te gaan rijden. In Ierland heb je echter één geluk: wanneer je Dublin verlaat zijn er haast geen auto's meer op de weg. Bovendien zijn de Ieren zeer bezadigde rijders en hebben in het algemeen geen haast. De auto is voorzien van een mijlenteller en de snelheid staat dus ook in mijlen aangegeven. De afstanden naar steden en dorpen worden op groene borden in kilometers en op de oude zwarte bordjes in mijlen aangegeven. In zoverre is er in acht jaar niets veranderd. De wegen zijn wel beter geworden, maar dat kan natuurlijk zijn omdat we dichter bij Dublin zitten. De bewegwijzering is nog steeds ronduit beroerd. Op de N-wegen gaat het wel, maar zogauw je de country binnenrijdt en afhankelijk bent van de zwarte aanwijsbordjes kom je plaatsnamen tegen die op geen enkele kaart te vinden zijn en vind je de plaatsen niet die wel op de kaart staan. De aanwijsbordjes maken namelijk geen enkel onderscheid tussen een gehucht van drie mensen en een paard of een dorp van 10.000 inwoners. Je moet dus wel goed kunnen kaartlezen en gevoel voor richting hebben.We hebben dus besloten naar Wicklow te gaan. het plaatsje ligt maar 50 kilometer onder Dublin, maar wij besluiten niet langs de kust maar door de Wicklow-mountains te rijden. Na een stuk M-weg (met tolbrug kosten: 1 euro) rijden we op een M-weg en zien we de mountains voor ons.
Ze zijn nog geheel besneeuwd. De temperatuur is net boven nul en terwijl in Dublin alle sneeuw al was gesmolten, blijft het hier nog goed liggen. Bovendien liggen de bergen uiteraard hoger, waardoor het er ook kouder is. Hierbij krijgen we het eerst te maken met de dreigende mond- en klauwzeerepidemie (Foot & Mouth disease). De country is geheel gesloten en je mag uitsluitend op de weg rijden. Zelfs een landelijk gelegen parkeerplaats is afgesloten. Dat is jammer voor de toerist. Gelukkig is het nog vroeg in het jaar en de natuur nog niet op zijn mooist, maar als dit aanhoudt is dit desastreus voor het toerisme. De doorgang door de bergen is ook meteen een beproeving. Er ligt op de schaduwrijke plaatsen nog behoorlijk wat sneeuw en ijs en de auto wil daar nog wel eens wegglijden.We rijden langs de "Wicklow Gap" en Glendalough en genieten van het mooie besneeuwde landschap. Het heeft blijkbaar al in geen 5 jaar meer zo gesneeuwd in Ierland. Ondanks het fraai besneeuwde landschap mis je toch het Ierse groen. Het is zondagmorgen en er is geen kip op de weg. Vaak glibberend over de inmiddels 'single track road' banen we ons een weg richting Wicklow. We arriveren in Wicklow en zetten onze auto op een flinke parkeerplaats in het centrum. Te voet gaan we op verkenning en drinken wat in de "Bridge tavern", een grote pub die er al bijna drie eeuwen staat. Ondanks het vroege tijdstip (2 uur) is het er al best druk binnen. Terwijl wij ons drankje nuttigen wordt de open haard aangemaakt met hout en eierkolen en kijken een aantal mensen naar sport op de twee televisies die staan opgesteld. Deze veramerikanisering zie je ook in Dublin. In alle pubs en zelfs in sommige restaurants staan televisies aan, vaak zonder geluid.We hebben nog geen overnachtingsplaats zodat we eerst daarnaar op zoek gaan. We komen uit bij de "Court Inn", een stijlvolle rustige pub en vragen of we daar zouden kunnen overnachten. Helaas heeft de barman geen accommodatie en deelt ons mee dat dit nog best moeilijk kan worden. Het Bayview hotel is 's winters dicht en het 'Grand Hotel' is aan het vervouwen en wellicht ook dicht. Hij biedt aan te kijken of hij via een kennis B&B kan regelen. Marjanne ziet het niet zo zitten om bij mensen thuis te overnachten en we wijzen zijn aanbod af. We lunchen in deze pub, sandwiches van het heerlijke Ierse bruine (ongegiste) brood met zelfgekookte verse beenham.
Hierna gaan we terug naar de Bridge Tavern, waar we informeren of daar overnachtingsmogelijkheden zijn. Dit is geen enkel punt en wij worden door een aardige mevrouw geleid naar een keurige kamer boven de pub op de eerste verdieping. De kamer is eenvoudig maar stijlvol ingericht met een tweepersoonsbed en een éénpersoons. Het heeft een TV, een douche en een toilet en is keurig schoon. Het is zelfs beter en mooier dan de kamer in het St. Georges-hotel in Dublin. Voor 63,5 euro per nacht is het bovendien nog de helft goedkoper. 's Avonds speelt er in de pub een muzikant: "The Troubadour", maar vooraf eten we eerst in een Italiaans restaurant, waar de maaltijd uitstekend is.Als we terugkomen is het al behoorlijk druk in de pub en de gitarist, gewapend met gitaar en sample-apparaat is een behoorlijke muzikant. Om half twaalf is het sluitingstijd. Doordat er geen mensen meer achter de bar staan is bestellen ook echt onmogelijk en binnen een half uur is de zaak leeg .We kunnen binnendoor naar boven en tegen enen gaan we slapen.
Het weer is saai, want ook maandag 5 maart 2001 is het weer prachtig zonnig weer en iets minder fris dan de dagen ervoor. Na het lekkere (Engelse) ontbijt in de ontbijtruimte waar we alleen zijn, besluiten we een tochtje te gaan maken naar Avoca, waar de Ierse plattelandssoap "Ballykissangel" wordt opgenomen. Na wat omzwervingen in de buurt van Arklow komen we in het plaatsje aan. het plaatsje ligt aan de rivier de Avoca. Het is een plaatsje zoals er zoveel van zijn in Ierland. Een kroeg, een kerk, een paar winkeltjes en wat huizen. Het lijkt allemaal veel kleiner dan wanneer je het op TV ziet. We zijn zo uitgekeken en rijden langs de zuidzijde van de Wicklowmountains weer terug naar Wicklow.We parkeren de auto en gaan lunchen in een pub die ook lunchfaciliteiten biedt. Het is vooral veel en niet erg smakelijk. Het valt ons sowieso op dat de Ieren tussen de middag flink -warm- eten. Een diner-restaurantcultuur is er nog niet echt, maar is zich wel aan het ontwikkelen. De avonden worden in Ierland voornamelijk in de pub doorgebracht en niet in een restaurant.Omdat de auto op een betaalde parkeerplaats staat, moet er telkens voor een paar uur een nieuwe parkeerkaart worden geplaatst. Tegen vijven lopen we weer naar de auto en besluiten naar de kop van de haven te lopen waar een ruïne van een oud verdedigingswerk met de naam "zwart kasteel" ligt. Vooral de talrijke oude kanonnen herinneren aan de oorspronkelijke bedoeling van de restanten van het fort. Langs de haven lopen we terug naar de Bridge Tavern. Onderweg zie ik een klein portaaltje met een deur met de naam "River Café", met daarnaast een menukaart, een plek om vanavond te gaan eten.We drinken nog een Guinness in de pub en tegen achten gaan we naar het restaurant "River Café". Hier moeten we voor het eerst onze voeten vegen op een mat die doordrenkt is met desinfecterend spul tegen verspreiding van de MKZ. Aan de buitenzijde dus heel klein blijkt het binnen toch behoorlijk groot te zijn. Het restaurant heeft een grote glaspui met een terras aan de rivierzijde en ongeveer 60 zitplaatsen. Het is een modern ingerichte brasserie/bistro met gevoel voor traditie ingericht. We eten er voortreffelijk en het is niet eens echt duur. Vooraf gamba's in filodeeg met een romige dille-saus met "Chili"en mosterd erin verwerkt en als hoofdgerecht een halve eend met honing. Het smaakt werkelijk fantastisch, maar je krijgt wel erg veel. Ook valt het ons op dat de bediening in Ierland over het algemeen erg snel is. Voordat je je aperitiefje op hebt komt het voorgerecht al door en met het afruimen van de borden van het voorgerecht heb je het hoofdgerecht al voor je neus staan. Na het eten gaan we voldaan drie deuren terug naar onze pub. Ook vanavond speelt er een gitarist. Het is gezellig druk, maar niet zo druk als de avond tevoren. Het voordeel is dat je kunt gaan zitten. Zittend aan een grote tafel raakt Marjanne in gesprek met een jongen met de name Shane. Hij spreekt bijna perfect Nederlands. Hij pendelt tussn Ierland en Nederland. Wanneer hij vanuit Ierland heimwee naar Nederland krijgt gaat hij weer naar Nederland en andersom. Het is een timmerman en hij is in de pub met twee van zijn maten, een Schot en een Engelsman. We voeren een leuk gesprek en beloven hem een paar pakjes zware shag toe te sturen, wanneer we weer in Nederland zijn. Rond twaalven houdt de gitarist het voor gezien en gaan we weer naar onze kamer.
Op dinsdag 6 maart is het voor de eerste keer niet zonnig meer. Het heeft zelfs wat geregend en het is bewolkt. Daarentegen is het wel een paar graden warmer. Na het ontbijt besluiten we een strandwandeling te maken. We moeten hiervoor naar Brittas Bay (ongeveer 15 kilometer zuidelijker). De zee is wild en de golven zijn hoog. Ook waait het stevig.
Op het strand is het heel erg rustig. Buiten een handvol wandelaars en een loslopende hond is er niemand. Na de wandeling gaan we terug naar Wicklow, eten een sandwich in een lunchroom (Hannah's) en keren terug naar de pub. 's Middags lopen we nog even door het centrum van het dorp. We besluiten om 's avonds weer bij "Rugantinos (River Café)" te gaan eten, omdat het zo goed bevallen was. Inmiddels heeft het flink geregend. We zijn -buiten nog 4 gasten- de enige aanwezigen en bestellen hetzelfde voorgerecht als de dag ervoor. Als hoofdgerecht nemen we zeeduivel met grove peperkorrels en een knoflooksausje met diverse groente. Het smaakt weer heerlijk. Voor de laatste maal gaan we weer terug naar de pub. Er is opnieuw live-muziek en nu is het een fluitist/saxofonist en een gitarist.Ze spelen een crossover van folk en pop. Na twaalven gaan we naar boven.
Kilkenny (7-9 maart)
Op woensdag staan we op en het is licht bewolkt en lekker van temperatuur. Vandaag willen we gaan verhuizen naar Kilkenny. Nadat we gegeten hebben en afscheid hebben genomen van de gastvrouw gaan we via de rustige kustweg richting Arklow. Onderweg komen we een kwetterende korhoen tegen en genieten van het uitzicht op zee. Via Corey en Carlow (er loopt geen rechte weg) komen we in Kilkenny aan. Het is een erg druk plaatsje en stapvoets rijden we in een file door de hoofdstraat. Na een tijdje zetten we de auto op een parkeerplaats bij een groot winkelcentrum en gaan te voet op zoek naar de touristinformation. Deze is gevestigd in een middeleeuws gebouw, maar gesloten vanwege de lunch. Marjanne meende een hotelletje in de High-street te hebben gezien. Het blijkt het Metropole Hotel te zijn en we komen net rond lunchtijd aan. Het is er ontzettend druk en de bedrijfsleider heeft nauwelijks tijd, maar heeft wel een kamer voor ons tegen dezelfde prijs van 65 euro, zoals in Wicklow. We besluiten voor twee dagen te boeken. Het is een oud, klein, maar verzorgd kamertje met een tweepersoonsbed, een televisie en een ruime badkamer met bad en wc. We nemen de kamer (3). Het is er wel gehorig. Vooral het drukke verkeerslawaai dringt sterk door oor het enkel glas van de oude ramen.Het hotel heeft een regeling met een dicht bijzijnde parkeergarage, waardoor we de auto moeten verkassen. We lopen nog even langs de touristinformation. Daarna halen we de auto op.Met het gezeul van de koffers kreeg ik ontzettende acute rugpijn en Marjanne moest de koffers naar boven sjouwen, terwijl ik bijna niet meer kon ademen van de stekende pijn. We besluiten op de kamer te blijven en na het nemen van een pijnstiller en wat rust gaat het weer. We gaan wat vroeger eten omdat het 's middags erbij in is geschoten. We komen uit in een smal steegje waar een leuk restaurantje is gevestigd, waar we voortreffelijk eten. We moeten wel binnen één uur en drie kwartier wegwezen. Gezien de snelle bediening is dat geen probleem. We eten vooraf een warme brie in een korst met een salade en als hoofdgerecht neem ik een lams-rack en Marjanne het traditionele eend met honing. De prijzen zijn vergelijkbaar met restaurants in Nederland. Na het eten gaan we naar een pub, "The witness box", waar een 'real Irish session' wordt georganiseerd. Het is er nog erg rustig. De pub heeft, zoals de meeste pubs, een open haard die gemixt wordt gestookt met hout en kolen. De muziek zou starten om half tien maar er blijkt niet veel te gebeuren, hoewel het steeds drukker wordt. Tegen tienen starten een gitarist, banjospeler, een man met een trekzak en één met een trommel met de muziek. Vanaf de eerste noot is het feest. De zanger vraagt wie er uit Amerika komt en een aantal mensen steken een vinger op en geven een yel. Zo loopt hij nog een aantal andere landen af. Wanneer hij vraagt of er iemand uit Schotland, Wales of Engeland komt en er niemand reageert zegt hij: "gelukkig, want anders worden we nog besmet met MKZ". Ze spelen erg traditionele jigs en reels maar dat spreekt het gemengde publiek, bestaande uit veel toeristen uit Amerika en Australië, wel erg aan. Er wordt luid meegezongen en meegeklapt. Tegenover ons komt een man zitten, Brian, die vraagt of we wat zitplaatsen willen vrijhouden voor kennissen die nog moeten komen. Dat doen we ook. Hij vertelt dat hijzelf de volgende dag een sessie geeft met een aantal muzikanten in ons Metropole Hotel. Rond kwart over elf gaan we terug naar ons hotel en drinken nog wat voor we gaan slapen.
De volgende dag krijgen we het ontbijt geserveerd in de pub. Aanvankelijk droog wordt het gedurende de dag wat grijzer en meer regenachtig. Met mijn rug gaat het goed tot we de stad in willen lopen en ik een verkeerde beweging maak. Ik kan weer niet op of neer en we besluiten wat later te vertrekken. Na een uur met een pijnstiller gaat het wel weer en gaan we alsnog op pad. We lopen eerst naar het kasteel van Kilkenny, maar helaas dit is gesloten vanwege de mond- en klauwzeer. De MKZ heeft inmiddels heel Ierland in zijn greep. Overal liggen nu matten met ontsmettingsmiddel voor voeten en zelfs auto's. Op dit moment is er buiten de UK nog geen geval van MKZ geconstateerd, ook niet in iertland. Maar het is wel moeilijk ergens naar toe te gaan, want bijna alles waar een tuin bij zit is gesloten. We wandelen nog wat rond. Kilkenny is al een centrum vanaf de middeleeuwen en heeft nog restanten van stadswallen, abdijen, kerken en middeleeuwse huizen. Er zijn enorm veel winkels en winkelcentra waarmee de regionale functie erg duidelijk is. De winkels verkopen van alles en het valt op dat er erg veel trendy winkels zijn, verhoudingsgewijs nog meer dan in Dublin. Na de lunch in een pub gaan we naar een stenen Tudor-huis uit 1594, The Rothe House. Vooral het huis zelf is interessant, omdat het het enige nog bestaande Tudor-huis in Ierland is. De tentoonstelling bestaat uit kleding en gebruiksartikelen. We gaan vervolgens weer terug naar het hotel. Later gaan we weer naar beneden en drinken daar Guinness (for strength). We vragen de bedrijfsleider of we nog één nacht langer kunnen blijven. Dit blijkt geen probleem te zijn maar omdat het weekend is moeten we tien pond meer betalen. (12,7 euro). Daarna gaan we op zoek naar een restaurant en komen uit bij een uiterst moderne trendy zaak met de naam "ZUNI". Het is een beetje in Japanse designstijl ingericht. het is er niet zo druk. Ik bestel vooraf een courgette- en spinaziesoep waar met wortelsap de naam van het restaurant is ingespoten. Erg kunstzinnig en bovendien erg lekker. Marjanne neemt geen voorgerecht en houdt het op een hoofdgerecht met kip en diverse groente, waarover ze erg is te spreken. De hoofdgerechten zijn modieus 'gestapeld' en het zou ons niet verbazen wanneer deze zaak nog eens voor een ster zou gaan. Ik neem een ossenhaas met paddestoelen, hetgeen niet alleen fraai is om te zien, maar ook buitengewoon lekker. De Pouilly Fumé smaakt goed, maar is eigenlijk niet zo'n goede keuze bij mijn hoofdgerecht. Verder alleen maar lof voor dit fraaie restaurant. Het is bovendien niet eens zo duur.
Daarna gaan we kijken of de muzieksessie in ons hotel eigenlijk wel doorgaat. We hebben er totaal geen aankondiging van gezien. Aangekomen in het hotel is het er rustig en is inderdaad Brian met gitaar en vrouw binnen. Verder geen muzikanten. Na een half uur druppelen er nog een gitarist een vrouw met een bandoleon en een man met een trommel binnen en gaan ze spelen. De sessie blijkt een experiment van het hotel te zijn. Het is de tweede keer dat ze het doen. Naast muziek wordt er door een verhalenverteller nog een verhaal verteld. Het wordt weliswaar niet druk maar wel erg gezellig met de muzikanten rond ons tafeltje. Ik moet ook nog zingen en pas tegen twee uur stappen we op. We beloven Brian wat Nederlandse meezingliedjes toe te sturen.
We staan de volgende morgen op en het weer is wisselvallig maar het is niet koud. Na het ontbijt lopen we de stad in en bezoeken een kathedraal en een kerk (met ronde toren). In de abdij is een kerk in L-vorm gevestigd met prachtige glas-in-loodramen. Ook de kathedraal is indrukwekkend met veel glas-in-lood. Beide gebouwen zijn opgetrokken uit donkergrijze steen. Later gaan we naar het Kilkenny Art- en Design Centre tegenover het kasteel en ik koop er een Ierse trommel, die veel wordt gebruikt bij de traditionele muziek in Ierland.De late actie van de avond ervoor heeft zijn tol geëist en we gaan na het drinken van wat Guinness en het eten van een eenvoudig doch voedzame avondschotel in het hotel die avond op tijd naar bed.
De volgende ochtend is onze reisdag. We gaan weer terug naar Dublin.We pakken alles in, nemen afscheid en we gaan bijna rechtstreeks naar Dublin. Het weer is wisselvallig, maar voornamelijk droog en onderweg drinken we nog koffie in een pub. We brengen vervolgens de auto terug naar de verhuurder, want in Dublin rijden en parkeren zie ik niet zitten.
Al met al hebben we een erg rustgevende, leuke en gezellige zesdaagse gehad in de 'country' van Ierland. Voor de gezelligheid hoef je niet op een ander moment te gaan, maar wanneer je van de natuur wilt genieten is de maand mei (nog net voor het seizoen) beter aan te bevelen.