Dublin (2001)

Dublin (1-3 Maart /10-12 Maart 2001)

We waren toe aan een vakantie en door werkomstandigheden moesten we dit jaar vroeger dan andere jaren. Logischerwijs zou je kiezen voor een zon- of sneeuwvakantie, maar wij kozen voor Ierland. Zes dagen (twee weekenden) naar Dublin en zes dagen in de country. We wilden weer eens een stad bezoeken want het was ook al even geleden dat we een stadsvakantie hadden gehad.

Dublin : 1-3 maart

dublin0

Slecht voorbereid zijn we op weg gegaan. Meestal pluizen we vooraf het e.e.a. uit, maar door drukte thuis en op het werk is hier niets van terecht gekomen. Hetgeen wat we zeker weten is dat we naar Dublin gaan en dat daar voor ons van 1-4 maart een kamer is gereserveerd in het hotel St. Georges en dat we op 10 maart weer terugkeren in Dublin en dan overnachten in het Arlington hotel. Beide hotels liggen in het centrum van Dublin. Verder zijn de heen- en retourvlucht geboekt met Air Lingus en hebben we een Opel Astra van Hertz ter beschikking vanaf 4 maart.

Op 1 maart vertrekken we met de trein naar Schiphol. Om 13.45 uur gaat het vliegtuig dus we moeten op tijd zijn. Gelukkig hoeven we niet twee uur vooraf op Schiphol te zijn maar vanwege de lijndienst slechts één uur van tevoren. De trein heeft door een kabelbreuk vertraging en zit op het laatste deel van de reis tjokvol. Toch nog ruim op tijd arriveren we op Schiphol. De incheckprocedure verloopt vlot bij Air Lingus en we gaan naar gate G55 alwaar de Airbus 321 gereed staat. Hij vertrekt ruim een half uur te laat vanwege het ontbreken van vijf passagiers en het uitstappen van één passagier.Was het in Nederland vochtig, mistig en waren er winterse buien; in Dublin schijnt de zon. Het is koud, maar zonnig dus.Het vliegveld ligt zo'n 12 kilometer buiten Dublin en is goed te bereiken met taxi of een busverbinding die "Airlink" heet. Deze bus  stopt in de O'Connellstreet, hetgeen midden in de stad is. Wij gaan toch maar met de taxi.De taxi brengt ons naar hotel St. Georges aan het Parnell Square. Dit is het verlengde van de O'Connelstreet. Het hotel is een groot Georgiaans huis dat is omgebouwd tot hotel. Het driesterren-hotel is oud en is dit ook wel aan te zien, maar het is wel netjes. Er zijn geen dingen kapot of incompleet. We krijgen een wat ongezellige smalle, lange kamer op de vierde verdieping en aangezien er geen lift is betekent dit dus trappenlopen. Er is ook geen personeel om je te helpen.Al gauw zitten we in de lounge achter onze eerste Guinness en gaan vervolgens even uitrusten van de reis. Rond achten maken we ons op voor het diner. We willen eigenlijk gaan eten in het Fitz William Hotel (erg trendy), maar hebben nog geen idee hoe het werkt in Dublin. Het is erg druk in de straten. Het krioelt er van eigentijdse jongeren met mobieltjes. Op de weg rijden haast enkel nieuwe voertuigen en de gemiddelde Dubliner is modieus gekleed. Een heel ander beeld van Ierland dan 8 jaar hiervoor, waarbij toen de tijd leek stil te staan.Na een aantal mislukte pogingen om ergens te gaan eten komen we uit bij het restaurant "La mère Zoë" aan de rand van St. Stephen's Green in een Georgiaanse wijk achter Trinity college. De afstanden zijn goed te belopen. Het centrum is compact. We eten er uiensoep en een kalfsoester met behoorlijk wat wijn. De sfeer is erg gezellig. Het is een soort brasserie en het restaurant is vooral geliefd om zijn visgerechten. Ondanks dat het pas donderdagavond is, is het vol en moesten we nog tien minuten wachten voordat we kunnen gaan eten. Het restaurant heeft een aardige bediening, een lekkere dis en nog live-muziek ook. De muzikante speelt gitaar en zingt en haar stem heeft een grote gelijkenis met Janis Ian. Rond middernacht vertrekken we terug naar het hotel en nemen nog een afzakkertje in de royale bankstellen in de lounge. Rond enen gaan we naar bed.

dublin01

Op vrijdag 2 maart worden we in een fris, maar alweer zonnig Dublin wakker. Weliswaar zijn we wel te laat voor het ontbijt, dat tot 10.00 uur geserveerd wordt in de kelder. Dus met de waterkoker zelf maar wat koffie en thee gemaakt op de kamer. We besluiten deze dag een museum met de naam "Nr. 29" te bezoeken. Het betreft een Georgiaans huis dat in zijn geheel is teruggebracht tot de oorspronkelijke inrichting van rond 1800. Het is eigenlijk een permanente tentoonstelling van het Ierse museum en ligt aan het Fitz Williamcourt in de buurt van St. Stephen's Green, aan de zuidzijde van de Liffey. Het Georgiaanse huis is een zogenaamd 'middenstandshuis'. Het is een informatieve tentoonstelling waarbij je door een goed geïnformeerde gids wordt uitgelegd hoe de mensen in die tijd leefden. Je start in de kelder en eindigt op zolder. Op één van de zolderkamers zijn nog twee antieke poppenhuizen opgesteld.Na dit bezoek gaan we op ons gemak weer terug naar de O'Connellstreet en stappen daar in een "Dublin City Tour", een busrondleiding met een dubbeldekker met afgezaagd dak. Kenmerkend van deze City tour is dat je gedurende de dag op de pakweg 20 opstappunten vrijelijk kan in- en uitstappen. Het kost ongeveer 9 euro, maar in maart houdt de bus er om 4 uur al mee op. De bus rijdt voor een groot gedeelte de reeds te voet afgelegde route terwijl de chauffeur een aantal verhalen en anekdotes vertelt. Rond vieren zijn we verkleumd weer terug in het hotel waar we nog een pint Guinness (568 ml) tot ons nemen. Het hotel heeft niet veel bedienend personeel. De receptionist(e) is tevens de barkeeper.'s Avonds besluiten we niet al te ver weg te gaan. Marjanne is nog erg verkouden en heeft niet veel trek om ver te lopen. Een paar deuren verderop in de straat komen we uit bij het restaurant SIX(6), wat eigenlijk bij een hotel hoort. Ze doen niet veel aan reclame, want aan de voordeur is niet eens het menu opgehangen. Het is er ook niet erg druk.Als voorafje nemen we een gigantische Ceasar Salad, die heerlijk is. Marjanne neemt spaghetti en ik een tournedos. Door het grote voorgerecht en de ietwat teleurstellende kwaliteit van het hoofdgerecht gaat niet alles op. Na het dessert gaan we niet al te laat terug naar het hotel en gaan bijtijds naar bed.

dublin02Op zaterdag 3 maart loopt de wekker om 7 uur af met de bedoeling dat we de gehuurde auto gaan ophalen op het vliegveld. Rinus kijkt nog eens op het verhuurbewijs en komt tot de ontdekking dat de auto pas op 4 maart moet worden opgehaald. Dat is helemaal niet erg, want het is een crime om in Dublin rond te rijden, laat staan parkeren. Het aantal auto's is de laatste jaren enorm gegroeid in de stad, waardoor het verkeer nogal chaotisch overkomt. We gaan ontbijten in de alleraardigste ontbijtkelder, waar een goed stevig Engels ontbijt wordt geserveerd. Na de middag vertrekken we weer te voet naar de stad om zo maar wat rond te lopen. Het is weer fantastisch zonnig, maar fris weer en gewapend met de zonnebril trekken we de stad in. Opvallend is het aantal fastfood-restaurants. Om de vijf-zes winkels kom je er één tegen in de O'Connellstreet. We lopen wat winkels binnen en erg opvallend blijft hoe jong de bevolking is. De meeste mensen zijn echt onder de 25 en de sfeer is erg studentikoos. In één van de talrijke boekhandels kopen we een nieuwe autokaart van Ierland. Boeken zijn overigens aanmerkelijk goedkoper dan in Nederland, doordat de Engelstalige oplages veel groter zijn. We komen uit in de wijk "Temple Bar". Het is sowieso erg druk in de stad en hier is het nog wat drukker. Eigenlijk kunnen we ons niet herinneren dat we ooit eerder in een drukkere stad zijn geweest. Zelfs New York en Istanbul lijken rustiger. Deze wijk, bestaande uit opgeknapte kleurrijke pakhuizen, is vergeven van studiootjes, galerieën, trendy winkels, restaurants eetcafés etc. De gemiddelde bezoeker van deze wijk is zelfs nog jonger dan in het toch wat statiger deel rondom St. Stephens's Green en Trinity College. Een paradijs voor de yup van onder de 30.Het is er wel gezellig en waar je ook kijkt zie je muzikanten op straat of mensen prullaria verkopen. Het is nog steeds fris, maar ook wolkeloos. Aan het einde van de middag gaan we via de Ha-penny bridge -die binnenkort wordt gerestaureerd- en via een aantal winkelcentra terug naar het hotel. Hier drinken we weer een pint Guinness en we hebben ons vervolgens terug op onze kamer.

's Avonds besluiten we weer naar de Temple Bar te gaan, maar eenmaal daar aangekomen blijkt het veel te druk. Je kunt werkelijk over de koppen lopen. We willen ergens gaan eten, maar overal waar we komen horen we op smalende wijze dat eten zonder reservering onmogelijk is. En wanneer je reserveert krijg je twee uur om te eten. Per avond draait een restaurant drie rondes. Ook in de pubs hangen ze met de benen buiten, vooral met jongeren die denken dat het zomer is en met T-shirts, blote mouwen en ruggen en zonder jas rondlopen, terwijl er toch nachtvorst wordt verwacht!Ten einde raad eten we een Big-Mac-menu bij één van de vele fastfood-restaurants. Deze McDonalds wordt geheel gerund door Chinezen. Het eten smaakt nergens naar, maar de maag is gevuld. We lopen nog wat rond, maar geïrriteerd door de enorme drukte besluiten we terug te gaan naar de omgeving van ons hotel, waar het in ieder geval een stuk rustiger is.We gaan een pub binnen met live-muziek bij ons hotel op de hoek, maar de muziek is hard en niet al te best. Bovendien komt er wel erg vreemd Jerry-Springerachtig volk binnen. We besluiten maar terug te gaan naar ons hotel. Hier is niet veel te doen, behalve dat een geestesgestoorde vrouw in campingsmoking zich nogal opvallend gedraagt. De bar is ook niet wat wij 'gezellig' noemen. Na een paar drankjes besluiten we naar boven te gaan.

Ook op zondagochtend 4 maart is het weer stralend weer. We pakken onze spullen bij elkaar en bestellen na het uitstekende ontbijt een taxi die ons naar het vliegveld moet brengen. Daar zullen we de huurauto ophalen om verder te reizen. De bereidwillige chauffeur legt ons uit hoe we het beste naar Wicklow -onze geplande volgende bestemming- kunnen rijden. Eigenwijs als we zijn zullen we zijn advies niet opvolgen. We vertrekken dus uit Dublin om het volgende weekend er weer te verschijnen.

Dublin : 10-12 maart

Na ons verblijf in Kilkenny nemen we vanaf het vliegveld een taxi naar Dublin. Het is zaterdagmiddag en erg druk in Dublin. De taxi doet er aanmerkelijk langer over dan de vorige week. Beiden hebben we zoiets van dat het in Dublin wel zal tegenvallen na de "country" en onze eerste ervaring met Dublin. We komen aan in het Arlington hotel aan de Bachelor's Walk aan de Liffey, midden in Dublin. We krijgen kamer 333 toegewezen op de derde verdieping (uiteraard in de vleugel waar geen lift is aangebracht). Na 60 treden klimmen met de koffers bereiken we onze kamer. De kamer is ruim en heeft een gigantisch bed (2,20 * 2,00 meter) en is fraai gemeubileerd en voorzien van allerlei extra's zoals een broekenpers, een grote televisie met een interactief programma en een bureau. We worden door de televisie welkom geheten door een persoonlijke boodschap via het interne TV-netwerk. Bovendien heeft het een ruime badkamer met een ligbad. Ondanks dat het hotel midden in het centrum gelegen is, is het er toch veel rustiger dan in het Metropole Hotel in Kilkenny. Het Arlington hotel heeft drie sterren, maar het is veel luxer dan het hotel St. Georges, en is ook centraler gelegen. Het is een professioneel geleid en ingericht hotel. Het is wel een erg gewilde plaats, want beneden in de pub is het er vreselijk druk. Er komen veel Engelse toeristen. Het hotel heeft een bar de "Knightsbridge" en die is echt enorm groot. (pakweg 600 m2). Daarnaast is er nog een restaurant en een nachtclub gevestigd. Aan het einde van de middag is er elke dag traditionele Ierse Folkmuziek en 's avonds is er ook muziek en dans. In het weekend zit er een DJ.

Geleerd van ons vorige bezoek aan Dublin gaan we eerst de stad in om een restaurant te bespreken. Aangezien we de middagmaaltijd hebben overgeslagen spreken we af om 6 uur in "Fitzers" in de Temple Bar. De band U2 is waanzinnig populair in Ierland. Een concert dat de groep organiseert in de zomer voor 80.000 mensen was binnen een half uur uitverkocht. Overal hoor je in de "Temple Bar" muziek van U2 uit de pubs, auto''s en winkels. Na het eten besproken te hebben gaan we terug naar ons hotel waar we nog wat drinken voordat we naar het restaurant gaan. Het is een modern restaurant in een voormalig pakhuis en het eten is er erg goed. Marjanne neemt vooraf een crabcocktail en Rinus een gerookte zalmsalade. Beide gerechten smaken uitstekend. We bestellen een fles Chianti. Marjanne neemt een vegetarische schotel en Rinus een sirloin-steak. De gerechten worden op een modieuze "gestapelde" wijze geserveerd. Ook deze gerechten smaken prima. Je hoeft niet te denken dat je gezellig kunt natafelen, want in dit restaurant draait men drie rondes per avond, evenals in de meeste andere restaurants. In Ierland is meestal de bediening niet op de restaurant-rekening opgenomen. Het is de bedoeling dat je tussen de 10-12,5% servicekosten betaalt. Na deze heerlijke maaltijd gaan we terug naar het hotel en gaan achterin de enorme pub zitten. Het is zaterdag dus er is een DJ. Het is er goed druk. We blijven tot rond elf uur hangen en besluiten vervolgens naar boven te gaan. De meeste kroegen sluiten tussen half twaalf en twaalf uur. De nachtclubs gaan tot 2-3 uur verder. Een pint kost in de pub 3,56 euro en is in de country zo'n 40 eurocent goedkoper.

De volgende dag (onze voorlaatste) wordt er de gehele dag regen verwacht, maar het valt heel erg mee. We gaan ontbijten rond 10:15 uur. Het is zo druk dat we niet gelijk terecht kunnen. We moeten ons melden bij een canailleuze vrouw die telkens een kamernummer omroept wanneer er een tafeltje vrijkomt. Na het omroepen van zo'n kamernummer roept een Engelse jongen "bingo" en krijgt daarmee de lachers op zijn hand. Je kunt er een ontbijt samenstellen vanaf een buffet (Engels en weetabix (kippenvoer)). Na het ontbijt gaan we terug naar onze kamer. We besluiten deze dag de Jameson distilleerderij en de Guinness-Storehouse te gaan bezoeken. Rond de middag gaan we naar de Jameson-Old Distillery. Hoewel de productie tegenwoordig wordt gemaakt in Middleton in Cork en niet in Dublin is in de Bow Street wel een bezoekerscentrum ingericht op de plek waar de whiskey-fabriek Jameson (spreek uit: Jemmeson) in 1780 voor het eerst is gemaakt. Grote verschillen tussen Ierse en Schotse whiskey is dat de Ierse mout niet op open vuur geëest wordt, maar via een verwarmde vloer. Het ontbreekt daardoor aan de "rokerige" smaak van turf, die vele Schotse whisky zo kenmerkend maakt.. De whiskey wordt in tegenstelling tot Schotse whisky niet twee maar drie keer gestookt. De whiskey wordt gelagerd in oude Bourbon, Port en Sherryvaten en na 5-7 jaar met elkaar vermengd na toevoeging van water. Tijdens het lagerproces vervliegt 2% van de inhoud van het vat per jaar, hetgeen "the angels's part" wordt genoemd. Tot 1963 werd de whiskey niet op de distilleerderij gebotteld, maar werden de vaten in zijn geheel aan de kroegen verkocht. Deze casks werden door de kroegbazen gebotteld of uitgeschonken met water. Het percentage alcohol van deze cask-whiskey is namelijk tussen de 58 en 62%.De naam whiskey is een verbastering van Usquebach (het Keltische woord voor levenswater).Jameson maakt een blend van 5-7 jaar oud, maar kent ook een 12 jarige blend (1780) en de de Middleton special cask (20 jaar oud). Daarnaast is in het bezoekerscentrum nog een speciale blend te koop van 15 jaar oud, die enkel daar te koop is.Zowel het bezoekerscentrum, de gids, de tentoonstelling inclusief klankbeeld zijn goed verzorgd. Na de rondleiding krijgen we nog een glaasje Jameson. De toegang bedraagt 6,29 euro.Hierna gaan we naar de Guinness Storehouse. Dit is in december 2000 geopend en is gevestigd midden tussen de lappendeken van fabrieksgebouwen van Guinness. Voor deze tentoonstelling waarvoor je euro 11,44 betaalt krijg je echt waar voor je geld. Een oud fabrieksgebouw is getransformeerd tot een tentoonstellingsruimte waar kosten noch moeite zijn gespaard. De binnenkant van het 7 verdiepingen tellende gebouw is in de vorm van een pint van zes verdiepingen hoog en haast niet te beschrijven. Alle verticale muren zijn weggehaald, maar een gedeelte van de machines niet. De originele muren en constructies zijn ook niet weggewerkt. Je loopt vanaf de eerste verdieping geleidelijk omhoog. Op elke verdieping wordt op kunstzinnige en high-technische wijze de geschiedenis van de brouwerij, de rol van de brouwerij in de maatschappij en de logistiek uitgelegd. Dit gebeurt met klanken, geuren, beelden, foto's, originele modellen en meubels  etc. Er zijn tentoonstellingen van het marketingmateriaal, de grondstoffen en noem maar op. Je hebt ruim twee uur nodig om alles goed te bekijken. De inrichting is ultramodern design. De bouwconstructies zijn vooral beton, staal, stenen en glas. Er is een opleidingscentrum, een restaurant, een lounge en een panoramazaal op de bovenste verdieping. Van hieruit kijk je over half Dublin uit. We eten wat in in het hypermoderne restaurant en gaan de acht verdiepingen met de trap weer naar beneden. Na dit bezoek lopen we terug naar de stad langs de Christchurch en Dublin Castle. We reserveren een tafel in "The Knights" in het hotel. We blijven nog wat hangen en gaan ons opmaken voor het eten. Het eten is redelijk -niet super- en zeker niet duur. Daarna gaan we naar de bar en komen toevallig op dezelfde plaats terecht als de vorige dag. Er speelt een traditionele band waarbij ook wordt gedanst. Later op de avond komen er een aantal Franse jongens naast ons zitten. We raken in gesprek en ze spreken zowaar redelijk Engels. Eén van de jongens heeft een jaar in Dublin gewerkt. Tegen twaalven gaan we naar bed.

Op de laatste dag is het weer eens goed weer. Fris en zonnig.(Je krijgt wat je verdient) We willen nog even naar de "Irish hall of fame" gaan, maar deze blijkt nog niet open op het tijdstip dat we aankomen. We drinken daarop tussen de middag onze laatste Guinness in het hotel en met de taxi vertrekken we weer naar het vliegveld. De terugreis met Air Lingus verloopt voorspoedig en we zijn om acht uur 's avonds weer in Dongen, met de schiphol-service van een Dongens taxibedrijf.

Dublin is een leuke stad en een paradijs voor jongeren. We hebben een aantal zaken nog niet gezien zoals het Phoenix Park en de "Book of Kells". Altijd dus nog een reden om terug te keren naar deze misschien niet de fraaiste maar wel gezellige en levendige stad




Reizensite Marjanne & Rinus Krijnen

Dongen

Alle rechten voorbehouden